- 2 tl djahé
- 1 tl knoflookpoeder
- 1 tl uienpoeder
- 1 tl laos
- 3 el ketjap manis
- 1 tl citroensap
- 500 gr doorregen varkenslappen
- 2 el arachideolie
- 1 st ui
- 2 st teentjes knoflook
- 1 el arachideolie
- 2 dl kippenbouillon (event. van tablet)
- 1 tl djahé
- 1 tl sambal oelek
- 4 el tomatenpuree
- 1 el droge sherry
- 2 el bruine basterdsuiker
- 1 el ketjap manis
-
Meng in een kommetje djahé, knoflookpoeder, uienpoeder, laos, 2 el. ketjap, zout, peper uit de molen en citroensap. Wrijf het vlees in met mengsel en laat minimaal 15 minuten intrekken.
-
Verhit de olie in een braadpan of braadslee. Schroei het vlees aan beide zijden snel dicht. Temper de warmtebron op het fornuis of in de braadslee in de oven op 180 gr. in 25 tot 30 minuten gaar. Keer de lappen enkele malen om en bedruip ze dan tegelijk met het braadvocht dat u tijdens het braden (na ca. 20 minuten) dient aan te vullen met de rest van de ketjap.
-
Leg het vlees op een verwarmde schaal. Schenk de helft van de saus erover. Dien de rest van de saus apart op.
-
Geef bij de babi pangang drooggekookte witte rijst en atjar tjampoer.
-
Terwijl de babi pangang staat te garen maakt u de saus.
-
Hak ui en knoflook ragfijn. Verhit de olie in een wok. Fruit de ui en de knoflook er gedurende 2 minuten in. Voeg vervolgens de bouillon, djahé, sambal oelek, tomatenpuree, sherry en suiker toe. Blijf zolang roeren tot een egaal mengsel is verkregen.
-
Laat de saus 3 minuten op een laag vuur zachtjes pruttelen. Roer de ketjap erdoor en voeg eventueel 1 à 2 eetlepels heet water toe als de saus te dik is.