- 8 st St. Jacobsmosselen
- 250 gr champignons
- 1 st sjalot
- 1 teentje knoflook
- 5 el boter
- ⅛ tl nootmuskaat
- 240 ml kookroom
- 2 el citroensap
- 3 el cognac
- 80 ml kippenbouillon
- zout, peper
-
Zet alle ingrediënten klaar. Pel en snipper de sjalot en de knoflook. Droog de st. jacobsmosselen droog met een keukenpapiertje. Maak de champignons schoon en snijd ze in plakjes.
-
Verhit 3 el boter in een koekenpan op middelhoog vuur. Fruit de knoflook voor een minuut. Voeg dan de mosselen toe en bak gedurende 3 à 4 minuten.
-
Keer dan de mosselen om. Haal na 3 à 4 minuten uit de pan en bewaar op een bordje. Veeg de pan schoon met een stukje keukenpapier.
-
Verhit de rest van de boter en fruit de sjalot. Zodra deze glazig is voeg dan de champignons toe. Bak deze om en om gedurende een minuut of 4. Breng op smaak met wat peper en zout.
-
Voeg de room, cognac, bouillon en de nootmuskaat toe. Breng aan de kook en blijf roeren tot de saus dikker wordt.
-
Voeg de mosselen toe aan de saus en laat nog even warm worden.
Verdeel over de borden.